![]() |
Interview met Sam Verstraete (Tue 15/10/2002) |
De meest guitige Power-speler is ongetwijfeld Sam Verstraete. De 21-jarige Gentenaar is altijd wel voor een of andere grap te vinden. Maar dat wil niet zeggen dat hij zijn basketcarrière niet wil uitbouwen. Sam heeft talent zat. Dat bewees hij vorig seizoen bij De Pinte nog, toen hij spelers als Desloovere en Vermeulen (vorig seizoen beiden bij Bergen) achter zich liet in het referendum ‘Beste Speler van De Pinte’. En dit seizoen toen hij thuis tegen Estaimpuis de Amerikaan Braswell moest zien af te stoppen en dat ook deed, wat Power de zege opleverde. Daarom een gesprek met Sam. Hoe voel je je bij Wevelgem? ‘Ik voel me erg goed bij Power. Het is een leuke club, zowel op als naast het terrein. Op het veld is het bloedernstig, maar dat wil niet zeggen dat we geen plezier maken. Ook de entourage en de sfeer zijn goed. Er zijn wel eens meningsverschillen of akkefietjes in de groep, maar die worden snel uitgepraat. Dat moet ook, willen we ervoor zorgen dat er een hechte groep op het veld staat die voor elkaar door het vuur wil gaan. Ik ben dan ook reuzeblij dat ik deel mag uitmaken van deze ploeg.’ Heb je veel problemen gehad om je aan te passen aan het hogere niveau? ‘Ik had al een beeld van het niveau van eerste klasse uit de tijd dat ik bij Siemens Gent speelde. Ik was dus een beetje voorbereid. Maar dat wil niet zeggen dat de stap van derde naar eerste klasse niet groot was. Het gaat er allemaal veel sneller en harder aan toe. Vooral op fysiek vlak en af en toe op mentaal vlak was het aanpassen geblazen. Je moet constant op de toppen van je tenen spelen en trainen. Maar dat heb ik er wel voor over.’ De voorbije jaren speelde je bij De Pinte. Wat zijn je beste en slechtste herinnering aan die periode? ‘Eerst en vooral wil ik zeggen dat De Pinte een erg toffe club is. Ik heb me er twee jaar heel goed geamuseerd en hou erg veel goede herinneringen aan deze periode over. Maar als ik er toch de tofste moet uithalen, dan zal dat wel het winnen van de beker van Oost-Vlaanderen zijn. Toen we die vorig jaar wonnen, was het hek van de dam en hebben we deze trofee uitbundig gevierd. Heel slechte herinneringen aan De Pinte heb ik niet. Wel vind ik het jammer dat de twee laatste maanden van mijn verblijf daar wat minder waren.’ Je bent nu al een drietal maanden bij Power bezig. Hoe zie je je rol in het team? ‘Ik wil momenteel vooral bijleren. Dat is dit seizoen vooral mijn betrachting. Maar dat wil niet zeggen dat ik geen ambitie heb om dit seizoen veel te spelen. Als ik van de coach de kans krijg om te spelen, zal ik die met beide handen proberen te grijpen. Dan zal ik proberen om schwung in de ploeg te brengen door agressief te spelen. Ik ben nog geen speler die twintig minuten de ploeg kan dragen, maar ik ben ervan overtuigd dat ik door hard te werken en mij volledig te geven een volwaardige spelverdeler kan worden die in eerste klasse zijn zegje kan doen.’ Ben jij een pleziermaker of eerder het stille type? ‘Eigenlijk ben ik een beetje beide. Ik maak plezier als ik met mijn vrienden samen ben of op stap ga, maar anders vind ik dat ik eerder verlegen ben. Ik weet wanneer ik het serieus moet houden, en wanneer ik mag zwanzen.’ Ik veronderstel dat basketbal je grootste hobby is. Maar als je niet aan het basketten bent, waarmee hou je je dan het liefst bezig? ‘Goh, ik heb een brede interesse: muziek beluisteren, voetbal, een filmpje bekijken, aan watersport doen. Ik doet veel dingen graag.’ In het tussenseizoen toonde naast Power ook Bergen interesse voor jou. Waarom koos je voor Wevelgem en niet voor de ploeg van Defraigne en je broer Meindert? ‘Omdat ik denk dat een jonge speler zoals ik meer ontplooiingsmogelijkheden heeft bij een ploeg als Power. Hier maakt men er geen geheim van dat men liever met jonge spelers wil werken om iets op te bouwen. Ik zie Power dan ook als een investering in mijn toekomst en samen kunnen we misschien nog heel wat bereiken. Ook wou ik de vergelijking met mijn broer vermijden.’ Wie is er in feite de beste: Meindert of jijzelf? ‘Dat is gemakkelijk: ikke, want Meindert is op dit moment nog geblesseerd, den duts (lacht). Serieus nu: ik denk niet dat we makkelijk te vergelijken zijn, want we zijn twee verschillende spelers. Zo is Meindert een stuk impulsiever dan ik. Bovendien heeft hij al veel meer ervaring. Ik hoop in elk geval dat hij rap weer kan spelen op zijn vertrouwde hoge niveau.’ Geven jullie (jij en je broer) elkaar tips over basketbal en over andere ploegen? ‘Hij geeft me natuurlijk tips, en ik hem, maar we praten thuis doorgaans weinig over basket. Meestal praten we even na over de voorbije match en daar blijft het dan bij. Mijn zus is er bovendien ook nog en zij wil ook wel eens iets anders horen dan basketbal.’ Waar wil je met dit Power eindigen? ‘In de pers werden we omschreven als degradatiekandidaat, maar ik ben ervan overtuigd dat dit team tot een degelijke middenmoter kan uitgroeien. We hebben een goed uitgebouwde kern. Met klasbakken als Joe en Tony, aangevuld met de snelheid van Rob en het talent van de rest, kunnen we hoge toppen scheren en misschien zelfs voor enkele verrassingen zorgen.’ Ook de Power-supporters konden een vraag insturen. Hier enkele voorbeelden. Wie is er volgens jou de beste speler bij Wevelgem en waarom? ‘Ik denk dat Joe Brown de meest veelzijdige speler van de ploeg is. Hij vindt heel makkelijk de weg naar de korf, hij kan mooie passen uit de mouw schudden en is ook niet te beroerd om keiharde defense te spelen of rebounds te plukken. Hij heeft ook een werkersmentaliteit en is sympathieke knul.’ Mogen de kabaalmakers van De Pinte komen supporteren voor jou? ‘Natuurlijk! Ik heb enkele goeie vrienden overgehouden aan mijn twee seizoenen in De Pinte en zij zijn er enkelen van. Het zijn fantastische supporters die veel kabaal kunnen maken en als de ploeg minder draait het team blijven aanmoedigen. Kom dus maar af!’ Was het, als Oost-Vlaming, een grote aanpassing om je aan de West-Vlaamse mentaliteit aan te passen? ‘Ik had geen enkel probleem met de mentaliteit, alleen het dialect zorgde soms voor verwarring. Nu klinkt het me al vertrouwd in de oren, maar ook de West-Vlamingen moesten aan mijn Gents accent wennen. Ik moet er wel bij zeggen dat de West-Vlamingen een goede mentaliteit hebben.’ Axe |